Examentips A

Elke vraag die je op het wiskunde B examen krijgt is anders, toch is de manier om ze op te lossen bijna altijd hetzelfde. Hieronder staat het zeven stappenplan, deze stappen helpen je gestructureerd een probleem aan te pakken en zorgen ervoor dat je maximaal punten scoort voor de vraag.

Leer jezelf aan om deze stappen te volgen en je zal merken dat je vaak een stuk verder komt met het oplossen van een vraag.

Zeven stappen:
1. Lees de gehele opgaven goed
2. Schrijf de belangrijkste informatie van de opgave over op je blad
3. Schrijf de vraag in je eigen woorden op
4. Zoek extra informatie/formules op en neem deze over op je blad
5. Stel de juiste vergelijkingen op
6. Vul de waarden in en kom tot een antwoord
7. Controleer het antwoord op juistheid, eenheid en significantie

Werk netjes en schrijf alles op wat je doet. Werk zo lang mogelijk in formule vorm en vul pas op het laatst getallen in, zo voorkom je fouten en krijg je sneller punten voor de vraag.

Zorg verder dat je altijd je grafische rekenmachine, geodriehoek, potlood en gum bij je hebt.

 

Andere tips

Vergelijkingen oplossen: wanneer je een vraag krijgt met een vergelijking erin, mag je deze altijd met je GR oplossen, tenzij erbij staat: ‘Bereken exact’ of ‘Bereken algebraïsch’. Het kan je heel wat tijd schelen als je hierop let! Denk er wel aan dat als je het algebraïsch moet uitrekenen, er geen decimalen mogen staan. Laat die breuk, wortel of log functie dus lekker staan, dat scheelt je punten en tijd.

Ongelijkheden oplossen: maak bij het oplossen van ongelijkheden altijd een schets van de twee grafieken. Dit voorkomt een hoop fouten. Gebruik ook de juiste interval notatie en let hierbij op het domein en bereik van de functies.